Add parallel Print Page Options

Hij onderwees de mensen de waarheid die hij van Mij had ontvangen. Hij loog niet en bedroog niemand. Hij leidde een goed en rechtvaardig leven en velen die waren afgedwaald, bracht hij weer op de rechte weg.

Read full chapter

Dat ze mijn wet zouden kennen. Dat ze eerlijk zouden zijn. Dat ze eerlijk en oprecht met Mij zouden leven. Dat ze betrouwbaar les zouden geven in de wet. Dat dankzij hen heel veel slechte mensen bij Mij zouden terugkomen.

Read full chapter

True instruction(A) was in his mouth and nothing false was found on his lips. He walked(B) with me in peace(C) and uprightness,(D) and turned many from sin.(E)

Read full chapter